Flatulentie. Een woord dat lijkt op flatteus maar er niets mee te maken heeft. Integendeel. Flatteus betekent vleiend, en een direct verband met flatulentie is vooralsnog volstrekt weerlegbaar. Flatuleren is namelijk het laten van scheten. Ruft, wind, flatus. Wat u wilt. Een activiteit derhalve die de mannelijke helft van het gezinnetje waarin ik als zoon fungeerde, tot kunst had verheven en die, in de letterlijke zin, onverkort is overgewaaid naar zijn eigen huidige bedoeninkje. Vanzelfsprekend tot grote ergernis van echtgenote en, ik moet het hem nageven, van zoon. Niets schrikt mij af om op gezette tijden de uitstoot van CO2 aanmerkelijk te verhogen en de haalbaarheid van de Europese normen daartoe als zodanig in gevaar te brengen. Mijn gezin is de dupe; ik weet het. Maar ik kan nu eenmaal niet blijven lopen met een pens vol gas. Gelukkig is het mijn enige zwakke punt. Voor de rest ben ik onberispelijk. Daarom kan ik mij ook zo buitengewoon druk maken om het gedrag van anderen. En een uitgelezen plaats om dat te doen, is het lokale zwembad. Als je de mens in zijn meest primitieve vorm wilt meemaken: Zwembad it Rak in Sneek! Onlangs trok ik er een paar baantjes borstcrawl op zijn Hoogenbands. Volledig in trance en ultiem geconcentreerd. Op een gegeven moment werd ik tegengehouden door een soort chromosoom. Het had een soort badpak aan, zwart, en er zat een bril op. Op het eerste gezicht ontbrak de badmuts, maar toen ik het geheel bekeek moest die conclusie bij nader inzien worden heroverwogen. ‘Jij spat teveel’ bracht ze uit. Ik ging staan, keek om me heen, me nog niet volledig bewust van de situatie. Ik zei niets. ‘Anderen spatten niet zo erg als jou en daardoor wordt mijn haar nat.’ Buiten het feit dat ook goed taalgebruik kennelijk teveel was gevraagd, stond ik verdwaasd in het rond te kijken. ‘Ik haat nat haar’ was het laatste dat ik hoorde. Vliegensvlug stelde ik vast dat ik contact had met iets levends dat slecht Nederlands sprak, geen muts droeg, zwom en desalniettemin nat haar haatte. Dan ga je toch godverdomme volleyballen? Dan ga je toch zeker niet een zwemabonnement kopen? Ik vroeg me af hoe ze haar haar waste zonder het nat te maken. Waarschijnlijk had ze een geïsoleerde biotoop op haar hoofd waar Richard Attenborough met gemak een driedelige natuurfilm van zou kunnen hebben gemaakt. Zoiets als hij ook heeft gedaan op Madagascar. Stom wijf. Ik besloot me te gaan douchen; de lol was eraf. Toen ik in het kleedhokje stond hoorde ik een vrouw praten. Ze kwam nader en betrad het hokje naast dat van mij. Juist toen ik mijn handdoek uitspreidde op de grond, werd het badpak, en dat moet een flinke lap vochtabsorberende stof zijn geweest, alsof het de normaalste zaak van de wereld was, droog gewrongen op de vloer. Water kent geen grenzen en het bereikte al snel mijn handdoek. Een vloed, er was geen ontkomen aan. Voor de tweede keer die dag was ik verbijsterd. Eén van dezelfde fossielen die de jeugd erop aanspreken dat alle hokjes zo nat zijn en dat die kinderen geen fatsoen meer hebben, stond, in de anonimiteit van het gesloten kleedhokje, te doen waar ze een ander boos op zou aanspreken.
Voor mijn gevoel moest ik iets doen. Ik moest in opstand komen tegen de gevestigde orde. Weg met de oudjes! Ik kon gaan vloeken en tieren, maar stemherkenning zou één van haar kwaliteiten kunnen zijn; ze zou me in het centrum van Sneek door mijn stemgeluid kunnen herkennen. Je weet het niet. En dus moest het iets anders zijn. Nu was het alsof de natuur meeluisterde en zich aan mijn kant schaarde, want de oplossing diende zich aan in de vorm van een onmiskenbaar warm, opbollend gevoel in de onderbuik. Uit ervaring wist ik dat ik niet meteen moest toeslaan, maar even moest wachten voor het beste resultaat. De lading moest in zijn geheel paraat staan om zijn verwoestende werk optimaal te kunnen doen. Ik kon nog net de laatste hand leggen aan mijn veters, ik pakte mijn tas, greep het deurtje om een snelle vlucht mogelijk te maken en liet hem. Een harde droge (gelukkig) knallende flatus, ruft, scheet, wat u wilt, echode tussen de vier dunne schotten. Ook gas kent geen grenzen, en dus hoorde ik mevrouw direct na de aanval een aantal woorden bezigen die ze, als ze zouden zijn uitgesproken door de jeugd van tegenwoordig, ongetwijfeld zou hebben veroordeeld in raak maar onzorgvuldig Nederlands. En ik maakte dat ik wegkwam; in alle opzichten opgelucht.